In vakblad keuken:

Cockpitkeuken met koffienis!

Tekst: Ruud Dilling

Fotografie: Ingrid Verboom en Ruud Dilling

 

“De beste plek voor een keuken is centraal in het huis en gericht op de tuin. Ik hou van buiten en met een overkapping die aansluit op de keuken kun je de helft van het jaar buiten zitten.” Interieurarchitect Ingrid Verboom uit Sint- Michielsgestel heeft een studio in de boerderij annex antiekzaak van haar moeder waar ze als kind hielp met het inrichten en aankleden van de ruimte. “Sinds ik wist dat interieurarchitect een vak is wilde ik het worden.” Vanaf haar werkplek kijkt ze op de tuin en ziet de achterliggende weilanden met koeien en paarden. Ze heeft al zo’n honderd keukens op haar naam staan.   

 

Ze volgde de opleiding architectonische vormgeving aan de HKU. Na elf jaar in loondienst begon ze in 2008 voor zichzelf. De afkorting van haar bureau DWB2C staat voor De Witte Boerderij, 2C is het huisnummer. “Staan we over een jaar of twintig nog wel in de keuken? Voor gezinnen zal de keuken belangrijk blijven als plek waar wordt gekookt, gezellig gegeten en de dag wordt doorgenomen. Maar onder alleenwonenden in metropolen, waar huizen per vierkante meter steeds duurder worden, wint een pantry met een opwarm voorziening aan populariteit. Zij besteden de beperkte ruimte liever aan wonen i.p.v. een volwaardige keuken. Eten doen ze kant en klaar of buiten de deur, da’s voordeliger dan zelf koken en gezelliger. Persoonlijk hoop ik niet dat die trend doorzet.”

In gezin kruipen

Om de juiste indeling van een keuken te bepalen is volgens Verboom het ochtendritueel van de opdrachtgever een goede indicator. “Hoe ontbijten ze, doen ze dat staand, op een bil of uitgebreid aan een gedekte tafel. Hoeveel mensen koken er tegelijkertijd en wordt er veel gesport. Hockey- of voetbaltrainingen zijn vaak rond etenstijd, een barretje waar kinderen snel een kop soep kunnen eten is dan praktisch. Ik probeer als het ware in het gezin te kruipen. De basis is natuurlijk een functionele keuken met spoelbak, vaatwasser en kookgedeelte op de juiste plek. Mijn keukens zijn meestal open zodat je een gesprek kunt volgen tijdens het koken.”

Koffienis

“Natuurlijke materialen zoals hout spreken me erg aan, het mag zelf wel geleefd zijn als de balans maar goed is. Ik heb veel gewerkt met eiken en betonnen werkbladen, tegenwoordig ben ik gecharmeerd van notenhout met bijvoorbeeld een composietblad.” Haar streven is om elke keuken een verrassend accent of detail mee te geven. Een terugkerend item in de keukens van Verboom is een koffienis, al dan niet in kleur. “Koffiedrinken is niet direct een bezigheid die thuishoort in de keuken. Het apparaat staat standaard vaak op het aanrecht, maar koffiedrinken doe je meestal voor of pas na het koken. Veel van mijn keukens hebben een speciaal kastje of nisje waar je koffie kunt zetten. Een plek waar het apparaat en de toebehoren netjes zijn weggewerkt. Logistieke bijkomstigheid is dat je na het eten elkaar niet in de weg staat als de een de vaatwasser vult en de ander koffie maakt.”

Orangerie

Een stel uit Breda met vier kinderen in een oud herenhuis wilde de keuken vergroten door de orangerie bij de woning te betrekken. “Ze houden van kleur, reden om te kiezen voor een strakke mat gelakte eikenhouten woonkeuken met een natuurstenen antracietkleurig blad, een bar en hoge tafel met gifgroene zitelementen. In deze keuken zitten niet één maar twee nissen. Een knaloranje voor allerhande dingen en een smurfblauwe koffienis met lade en ingebouwd dienblad om kopjes op te zetten. De keukenkasten zijn weggewerkt in de achterwand evenals de deur naar de gang. Op een van de wangen van de keuken is magnetische schoolbordverf aangebracht waarop de kinderen zich kunnen uitleven. De orangerie heeft nieuwe stalen tuindeuren gekregen en een grote eettafel uit de antiekwinkel van mijn moeder,” glimlacht Verboom.

Cockpit keuken

Verboom deelt keukens in volgens een principe dat ze heeft geleend van de luchtvaart. “Een keuken moet aanvoelen als een cockpit, een vliegtuigcockpit. Koken, spoelen en snijden moet binnen handbereik zijn. Je moet niet een paar stappen moeten zetten met een overkokende en lekkende pan. Ook belangrijk is te weten of de klant links- of rechtshandig is. Dat is medebepalend voor de positie van bijvoorbeeld een vaatwasser ten opzichte van de spoelbak.” Een opdracht waar Ingrid Verboom met trots op terugkijkt is het interieur voor een Utrechtse villa in een nieuwbouwwijk. “Tijdens de ontwerpfase ben ik bij het proces betrokken en kon meedenken over de indeling. Op mijn verzoek is de routing aangepast zodat de plattegrond logischer werd en zijn er boven het kookgedeelte twee dakramen geplaatst. De strakke donkere keuken van HPL van DecoLegno bestaat uit twee basiselementen. Een groot eiland van 1 meter 80 bij 1 meter om te snijden, gerechten en/of ingrediënten klaar te zetten en een langwerpig element tegen de buitenmuur onder het raam. Een (ontbijt)tafel, ook van HPL, even lang als het eiland loopt door tot onder het gebrand composiet werkblad. Tegenover het eiland en uit het zicht van het woongedeelte is het kook- en spoelgedeelte met eveneens een gebrand composiet blad. De keuken heeft een inductie fornuis met dubbele oven, een stoomoven, klimaatkast en een televisie. De keuken lijkt langer doordat de houtnerf in het High Pressure Laminate liggend is toegepast.”

Excursie

Apparatuur is zeker geen sluitstuk voor Ingrid Verboom. Fornuizen, ovens en klimaatkasten moeten niet alleen functioneel zijn ze moeten er ook nog eens goed uitzien. “Gaggenau of Wolf zijn degelijk, mooi maar ook prijzig. Miele of Liebherr zijn prima alternatieven en hebben ook een luxe uitstraling.” Met een vaste groep interieurarchitecten bezoekt ze geregeld (kook)workshops georganiseerd door fabrikanten en leveranciers. In wisselende samenstelling gaat de groep zo nu en dan ook op excursie. Zo bezocht ze Cosentino in Spanje en Dekton in België. Met eigen ogen wilde ze zien hoe keukenbladen worden gemaakt. “Ik zit dan overal aan en wil het materiaal voelen. Grote oppervlaktes wil ik zien, met een klein monstertje kan ik niet zoveel als ik een flinke keuken van het materiaal wil maken. Het is belangrijk om op de hoogte te zijn van nieuwe ontwikkelingen. HPL bijvoorbeeld heeft dezelfde structuur en uitstraling als hout maar is veel minder kwetsbaar. De laklaag op echt hout slijt na verloop van tijd en een keuken is dan erg gevoelig voor vette vingers of zeep. Er komen steeds nieuwere en betere materialen op de markt en soms niet meer van echt hout te onderscheiden. Ik weet wat je denkt, het botst. Net zei ze nog dat ze van natuurlijke materialen houdt. Je hebt gelijk, ik hou niet van nep maar gebruik het wel,” lacht Ingrid Verboom.